Derailleur afstellen :

Achterderailleur afstellen:
Om te zorgen dat de ketting niet aan beide kanten van de cassette kan lopen wordt de derailleur in zijn reikwijdte begrenst. Er zitten daarvoor 2 schroefjes op de derailleur. Meestal voorzien van een H(igh) en een L(ow). Zet de derailleur/ketting achter onder het kleinste cassette-/kettingwieltje (kransje). Ga achter de fiets staan en kijk of het bovenste derailleurwieltje recht onder het kleinste kransje staat. Is dat niet zo dan draai je het H-schroefje in of uit totdat bovenste derailleur wieltje recht onder het kleinste kransje staat. Soms moet je de versnellingskabel iets losser afstellen om de derailleur recht onder het kleinste kettingwieltje te krijgen.

Hetzelfde doe je nu met bij het grootste kransje. Zet de derailleur eronder en stel met behulp van het L-schroefje deze af, zodat deze recht onder het grootste kransje staat. Als je dit goed gedaan hebt kan de ketting er aan beide kanten niet meer van de cassette aflopen.
Zet nu de ketting op het kleinste kransje. Schakel nu één keer op naar de 2e versnelling. Als de ketting net niet op schakelt draai je de stelschroef uit de shifter. Hierdoor span je de kabel strakker en trek je de derailleur meer aan. De ketting schakelt dan uiteindelijk bij de goede spanning naar de 2e versnelling. Schakel dan even heen en weer tussen het 1e en het 2e kransje. Met behulp stelschroef kun je zo de versnelling precies afstellen. Als je dit goed hebt gedaan wordt nu elke versnelling goed geschakeld.
Voorderailleur afstellen:
Zet de ketting op het grootste kransje achter en kleinste tandwiel voor. Met behulp van het L-schroefje stel je hier de begrenzing zo in dat de ketting links net vrij loopt in de kooi van de voorderailleur. Nu zet je de ketting op het kleinste kransje achter en het grootste tandwiel voor. Met behulp van het H-schroefje stel je de begrenzing zo in dat de ketting rechts net vrij loopt in de kooi van de voorderailleur.
Zet nu de ketting op het kleinste tandwiel voor en schakel naar het volgende tandwiel voor. Met behulp van de fijnafstelling op de schakelaar kun je nu de schakeling afstellen. Bij de afstelling moet je ook rekening houden met de cassette. Regel is dat je met het kleinste tandwiel voor de buitenste twee kransjes niet schakelt en met het grootste tandwiel voor de twee binnenste kransjes niet schakelt. Met het middelste blad voor kun je achter alles benutten. De versnellingen die je niet moet schakelen mis je niet omdat deze in de andere mogelijke combo’s ook voorkomen.